Carla van Wijk, Joke van Ommeren en Esther de Kleijn - RBC Albert SchweitzerDORDRECHT  – Poepen en plassen leren we al van jongs af aan. Maar voor sommige kinderen is het niet vanzelfsprekend. Het kan bijvoorbeeld pijn doen. Of er zijn nog ongelukjes. Niet fijn als dit in de klas gebeurt of terwijl je bij een nieuw vriendje speelt.

 

 

 

 

 

 

 

Daarom ontwikkelde het kinderteam van het Regionaal Bekkenbodem Centrum van het Albert Schweitzer ziekenhuis met Mediq CombiCare het boekje ‘De poep en plasklas’. Hierin leren kinderen spelenderwijs hoe hun lichaam werkt en wat ze zelf kunnen doen. Donderdag 30 maart het is het boekje feestelijk gelanceerd’.

 
Veel kinderen denken dat ze de enige zijn met een poep- of plasprobleem. Niets is minder waar: duizenden kinderen hebben er last van. Van de vier-, vijf- en zesjarigen heeft 20 procent plasproblemen en van de twaalfjarigen 12 procent. Het komt dus heel veel voor. Het goede nieuws is dat er vaak iets aan is te doen. Carla van Wijk, continentieverpleegkundige bij het Regionaal Bekkenbodem Centrum van het Albert Schweitzer ziekenhuis: “Na één of twee lessen in onze plasklas zie ik vaak al een heel ander kind, dat de schaamte heeft overwonnen en zelfvertrouwen krijgt. Ze krijgen er zelfs lol in.”
Samen problemen oplossen
De oorzaak van een minder goed functionerende blaas of sluitspier verschilt. Soms is het een fysieke aandoening, soms fout aangeleerd gedrag. Ook psychische factoren kunnen een rol spelen. “Veel plas- of poepproblemen zijn met training en gedragsveranderingen te verbeteren. Het boekje helpt kinderen om te onthouden wat hen in de poep- en plasklas allemaal wordt uitgelegd”, zegt Ester de Kleijn, kinderarts bij het Regionaal Bekkenbodem Centrum.

 

Veel te leren in twee lessen
De poep en plasklas van het Albert Schweitzer Ziekenhuis maakt deel uit van het basispakket dat de meeste kinderen krijgen die door hun huisarts naar het bekkenbodemcentrum van het ziekenhuis worden verwezen. Het begint met een ochtend waarin het patiëntje alle betrokken behandelaars achter elkaar bezoekt. Dit zijn de kinderarts, de (kinder)bekkenfysiotherapeut en de (kinder)continentieverpleegkundige. Ook wordt op een speciale wc geplast. Hierop volgen een diagnose en een behandelplan. In de weken erna krijgen de meeste kinderen en hun ouders twee lessen in de plasklas. Joke van Ommen, bekkenfysiotherapeute van het Regionaal Bekkenbodem Centrum, “Heb je poep- of plasproblemen? Ons enthousiaste team staat voor je klaar!”