Onderhuidse ICD voor het eerst geplaatst bij patiënt 

DORDRECHT – Voor het eerst is een zogeheten ‘S-ICD’ bij een patiënt geïmplanteerd in het Albert Schweitzer ziekenhuis. Een ICD is een speciale pacemaker (Implanteerbare Cardioverter Defibrillator), die een stroomstoot kan afgeven aan het hart bij levensbedreigende ritmestoornissen – vergelijkbaar met de AED’s die in veel openbare ruimtes hangen, maar dan in het lichaam. De S-ICD is een nieuwe variant op de ICD, waarbij geen elektrode in het hart en de bloedvaten meer hoeft te worden geplaatst. Alles zit dicht onder de huid.

 

 

 

 

 

De elektrode die de ritmestoornis ‘ziet’ en de schok kan afgeven, zit bij de S-ICD aan de buitenkant van de borstkas onder de huid (ofwel subcutaan, daarvoor staat de S in de afkorting). Het apparaatje zelf wordt onder de linker oksel geïmplanteerd. Het grote voordeel van deze minder inwendige plaatsing, is dat het hart en alles daaromheen intact blijft. Bij de in het hart geplaatste ICD bestaat bovendien na verloop van tijd de kans op verkleving met de binnenkant van het hart of de vaatwand, bij de S-ICD niet. Bij eventuele problemen is de S-ICD makkelijker uit te nemen dan de gangbare ICD.

 

De S-ICD heeft daarentegen niet de normale pacemakerfunctie (het regelen van het hartritme) die een ICD wel heeft. Het apparaat is bij uitstek geschikt voor één specifieke ritmestoornis en zal vooral bij jongere patiënten worden gebruikt. Cardioloog Van Woerkens van het Albert Schweitzer ziekenhuis en elektrofysioloog Bhagwandien van het Erasmus MC plaatsten met een OK-team op een van de laatste dagen van 2013 de eerste S-ICD in Dordrecht. De operatie verliep voorspoedig en na twee dagen werd de patiënt in goede conditie ontslagen. De bedoeling is dat er in 2014 om te beginnen vijf S-ICD’s worden geplaatst. Van de gewone ICD-variant, die het Albert Schweitzer ziekenhuis sinds 2011 mag implanteren, zijn in het afgelopen jaar 107 stuks geplaatst. Dit jaar worden het er net zo veel, misschien iets meer.